Zuid-Laos: Pakse, Champassak en Don Khon

4 januari 2014 - Pakse, Laos

Van lange busritten hebben we onze buik vol.  De x-aantal kilometer naar Pakse, meer dan 12u rijden vanuit Vientiane, doen we met het vliegtuig.  Gloednieuw toestel, elk een eigen zetel, voldoende beenruimte, geen luide Laotiaanse pop aan boord en niet meer dan een uurtje.  Een verademing.  

Pakse wordt onze uitvalsbasis voor het zuiden.  Zoals vaak in Laos heeft Pakse een zekere charme die de meeste steden in Thailand ontbreekt.  Achter de koterijen en armtierige uitstraling zitten vaak prachtige oude huizen en koloniale gebouwen en de afwezigheid van druk autoverkeer zorgt voor een heel rustige sfeer.

Naar Laotiaanse maatstaven is dit deel van het land welvarender dan het Noorden (verharde wegen! scholen! een fabriek!).  Dat heeft veel te maken met de aanwezigheid van vruchtbare landbouwgronden en de koffie- en theeplantages van het Bolavenplateau, een hoogvlakte boven Pakse.  We doen er een daguitstap door de dorpen, met stops aan een paar indrukwekkende watervallen.  Dit was ook de plek waarnaar bergstammen uit het oosten van het land vanaf eind jaren '70 werden gedwongen te verhuizen.  Officieel gebeurde dit om hen toegang te geven tot elektriciteit, water en onderwijs.  Dat hiermee het verzet tegen de centrale overheid werd gebroken had er absoluut niets mee te maken.  In de nieuwe dorpen proberen de verschillende bevolkingsgroepen hun traditionele levenswijze te bewaren, inclusief animistisch geloof.  Ons guesthouse in Pakse steunt hier de uitbouw van een lokale school en bibliotheek, samen met een Franse, Belgische en Japanse ngo.  De Laotiaanse overheid blinkt weer uit in afwezigheid. 

Op het einde van de dag belanden we nog in Uttayan Bajiang, een museumdorp met een verzameling huizen van diverse etnieën. Na Brugge (Luang Prabang) en Ibiza (Vang Vien) zijn we dus nu in Bokrijk.  Maar echt dorp of museum, waar we ook komen vormen onze twee blonde kinderen een attractie op zich.  Pelle begint dit behoorlijk vervelend te vinden.  Meer dan Marie wordt hij dan ook zonder het te vragen betast, geknepen en geknuffeld.  Hoe leuker ze hem vinden, hoe hardhandiger het gebeurt.  You have to see it to believe it.
Marie is de aandacht stilaan gewend en lijkt er (soms) van te genieten.  Ze poseert voor foto's als een volleerd model en groet en zwaait naar iedereen die in onze richting kijkt.  "Het is alsof we beroemd zijn", merkt ze op een avond op.  En dan heeft ze nog niet eens kennis gemaakt de smachtende blikken van een dorpsjongen, een aantal dagen later op Don Khon: "die jongen is echt wel smoorverliefd op mij".

Maar op weg naar Don Khon wacht in het dorpje Champassak nog een stuk Unesco-werelderfgoed op ons: Vat Phu. Het is een pre-Khmer tempelcomplex uit de 9de eeuw (al gaan de oudste delen zelfs terug tot de 6de eeuw) en in die zin een voorloper van Angkhor Wat in Cambodja.  Het is indrukwekkend (en fotogeniek) gelegen tegen een bergflank.  Zelfs de kinderen, geen fan van ruïnes, zijn onder de indruk.  Super.  Het maakt het onze beslissing om deze reis niet meer naar Cambodja te gaan een beetje goed.

Don Khon is onze laatste stop in Laos.  Verder kan ook niet: dit is het zuidelijkste punt van Laos, pal op de Cambodjaanse grens.  Deze regio heet Si Phan Don: letterlijk "Vier Duizend Eilanden".  Hier waaiert de Mekong uit in tal van zijarmen met stroomversnellingen en watervallen.  Ertussen, we zullen ze maar op hun woord geloven: vierduizend eilanden, soms niet veel meer dan een rots groot. Het leven verloopt hier wel heel relax.  Wegen zijn hier niet, alles gebeurt per boot.  Op ons eiland enkel wat paden, ideaal voor tochtjes met de fiets.  Tot onze verbazing ontdekken we een heus strand.  Niet gewoon een plek om in de Mekong te zwemmen, maar een écht strand met fijn zand.  Ons programma voor de volgende dagen ligt meteen vast.  Lezen, luieren, pootjebaden en het bouwen van zandkastelen en -monsters.
Maar het absolute hoogtepunt is onze boottocht naar de Irrawaddy-dolfijnen.  Dit is één van de laatste plekken op aarde om deze zoetwaterdolfijnen te zien.  Al is 'zien' een groot woord.  De dieren zijn schuw en blijven op flinke afstand.  Een stuk van de stompe kop, een rugvin en het zuchtend adem happen - veel meer krijgen we niet te zien / te horen.  Maar het heeft iets magisch en de plek is fantastisch mooi. Voor Marie is de reis nu geslaagd - hier keek ze het meest naar uit.  Dolfijnen zijn weer met stip haar lievelingsdieren. Boudewijnpark, here we come.

Daarmee zitten onze vijf weken door Laos erop.  Het was geen hapklare brok.  De gebrekkige infrastructuur, de grote afstanden en vooral de kou in het noorden hebben veel energie gekost.  Maar we kregen ook veel terug: schitterende landschappen, prachtige tempels, postkaartstad Luang Prabang, een paar dolfijnen, veel leuke mensen en overheerlijk eten.  En stof, veel stof.  

En ja, ook veel stof om over na te denken.  Vaak deed Laos ons denken aan het Thailand van twintig jaar geleden.  Maar nu we zelf kinderen hebben kijken we daar met andere ogen naar - of gaan pas nu onze ogen écht open?  De armoede is vaak schrijnend, de situatie - vooral in het noorden - schijnbaar uitzichtloos.  Hele bevolkingsgroepen worden aan hun lot overgelaten.  Zonder buitenlandse hulp en zonder de vaak kleinschalige lokale initiatieven hebben veel mensen geen toegang tot onderwijs of basisgezondheidszorg. 

Laos is een prachtig land.  Jammer van de staat.

 

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Leen:
    9 januari 2014
    Het blijft er boeiend, mooi avontuurlijk en overdonderend uitzien. De kids tellen af om hun vrienden te zien. Wij hopen dat jullie het niet te kort vonden ;)) en ook de laatste weken nog veel ontdekken. Leen
  2. OPA EN OMA:
    9 januari 2014
    Mooi reisverhaal, Wouter.Ik had een ganse reactie geschreven en was die reactie plots kwijt. Dus maar herbeginnen. Wouter en Riet zullen veel werk hebben om al die mooie foto's tot een groot reisverhaal (inclusief kaartjes) om te toveren. We kijken er naar uit. We kijken natuurlijk ook uit naar jullie terugkeer net zoals de kinderen van Leen (maar die heeft schijnbaar Engelse kids geadopteerd). Laos en België schijnen wat gemeen te hebben: mooi land maar jammer van de staat. We bewonderden ook de "spin" die misschien geen spin is. Spinnen hebben 8 poten. Misschien was het wel een gehandicapte spin (sorry, andersvalide). Marie heeft succes bij de jongens daar. Hoe zit het met het succes van Riet? Of is ze niet blond genoeg.. Geniet er nog van.
  3. Wouter:
    10 januari 2014
    Geen paniek, Riet heeft veel succes bij mij. Net als Pelle vindt ze het bij wijlen vervelend.